‘Je moet met content kunnen ondernemen’

 

Freelancers mopperen wat af over de voorwaarden van hun opdrachtgevers. Maar wat is het verhaal van uitgeverijen en omroepen zelf? Waarom zijn hun voorwaarden zoals ze zijn?

 

Tekst: Malini Witlox

 

Een verhaal is nooit af bij publicatie, vindt De Correspondent-hoofdredacteur Rosan Smits. En daarom krijgen freelancers die werkzaam zijn voor het online medium ook niet standaard hun volledige honorarium betaald nadat ze een verhaal inleveren. Bij inlevering van de eerste versie krijgen ze de eerste 30 procent uitgekeerd. Is het verhaal klaar, dan volgt nog eens 50 procent van het afgesproken honorarium.

 

De overige 20 procent krijgen de freelancers bij het onderhouden van contact met de lezers. ‘We hebben 70.000 leden en die hebben ontzettend veel kennis’, aldus Smits, die net als de overige partijen in dit artikel graag uitlegt waarom de inkoopvoorwaarden van haar medium zijn zoals ze zijn. ‘Stel dat bij een artikel over onderwijs weer verschillende onderwijsdeskundigen reageren, dan willen we dat de auteur met hen in gesprek gaat. Soms komt daar ook weer een nieuw verhaal uit.’

 

De betaling in tranches is een van de meest bijzondere bepalingen in de inkoopvoorwaarden van De Correspondent. Ook bijzonder: anders dan bij veel andere mediapartijen mag je, als je het bij nader inzien te druk hebt, een klus niet laten klaren door een collega-freelancer. ‘We zijn een auteursgedreven medium’, aldus Smits. ‘Een verhaal kan ook alleen door die auteur worden verteld omdat die met een bepaalde blik naar een verhaal kijkt en een bepaalde deskundigheid heeft.’

 

Freelancers die werk leveren aan De Correspondent moeten volgens de voorwaarden ook de namen en nummers van hun bronnen meesturen. Dat is geen kwestie van wantrouwen, benadrukt Smits. ‘We willen kunnen checken of dat wat onze freelancers opschrijven ook klopt en voldoende onderbouwd is. In de praktijk leveren freelancers trouwens die informatie niet meteen aan, maar alleen op verzoek van de eindredactie.’

 

‘Aparte afspraken maken is niet te doen’
Waar de meeste uitgeverijen en omroepen hun inkoopvoorwaarden eenzijdig opstellen, gooide New Skool Media het in 2020 over een andere boeg. De uitgeverij ging om de tafel met de NVJ en Freelancevoorwaarden.nl, om samen te kijken naar nieuwe voorwaarden. HR Director Chantal Walravens: ‘Je kunt het niet iedereen naar de zin maken. Maar we wilden onze voorwaarden wel fair maken.’

 

Onder de aangepaste voorwaarden mogen freelancers onder andere voortaan zelf optreden tegen auteursrechtenschendingen. En hoewel New Skool Media nog steeds werk van freelancers mag doorverkopen aan andere partijen, belooft de uitgeverij van titels als delicious. en KIJK foto’s niet los te verkopen.

 

Als een individuele productie los wordt doorverkocht, delen freelancers bij New Skool Media mee in de winst (30 procent van de winst wordt onder de makers van de productie verdeeld). Bij hergebruik in eigen titels, zoals de in 2020 verschenen special Eigen Land, krijgen de freelancers geen extra geld. ‘Zo’n doorplaatsing is eigenlijk al verdisconteerd in het tarief dat bij ons hoger ligt dan bij sommige andere uitgeverijen’, aldus Walravens. ‘Eigenlijk is hergebruik dus al betaald, zelfs als we het niet elders gebruiken.’

 

Over de voorwaarden van New Skool Media kan door individuele freelancers niet worden onderhandeld. ‘We hebben negentien titels en 700 freelancers’, aldus directeur Erwin van Luit. ‘Met iedereen andere afspraken maken, is vanwege de schaalgrootte niet te doen. We zouden dan met 700 freelancers moeten gaan onderhandelen.’

 

‘We willen herkenbaar en onderscheidend zijn’
Hoewel New Skool Media in theorie werk van freelancers oneindig mag blijven gebruiken – er zit immers geen limiet aan de duur van het hergebruik – benadrukken Walravens en Van Luit dat de uitgeverij verhalen in de praktijk niet eindeloos opnieuw blijft publiceren. En na afloop van de zogenoemde exclusiviteitsperiode van zes maanden (en drie maanden bij weekblad EW) mag de freelancer zijn werk zelf óók elders publiceren.

 

Bij BNNVARA mogen freelancers hun eigen werk niét opnieuw elders publiceren. Ook niet op hun eigen website. ‘Die exclusiviteit eisen we omdat wij als publieke omroep herkenbaar en onderscheidend willen zijn ten aanzien van andere partijen en platformen’, verklaart een woordvoerder van de omroep. De omroep zelf mag werk van freelancers wél meerdere keren opnieuw uitzenden of publiceren. Wie voor BNNVARA werkt, draagt immers het intellectuele eigendomsrecht op zijn werk over aan de omroep. De omroep mag er dan mee doen wat hij wil en het op verschillende kanalen inzetten.

 

‘Als publieke omroep is het onze taak om content die we produceren of laten produceren breed en onbeperkt openbaar te maken, via de verschillende platforms van de publieke omroep’, aldus de woordvoerder. De vergoeding die de zzp’ers krijgen is volgens hem ook hoger omdat ze hun rechten afdragen.

 

BNNVARA gebruikt naast een eigen document met voorwaarden de algemene voorwaarden die binnen de hele NPO worden gebruikt. Daarom is het volgens de omroep onmogelijk met freelancers eigen afspraken te maken. ‘Dan zou er een lappendeken aan regels ontstaan.’

 

‘Werk is vaak niet van één persoon’
Ook KRO-NCRV werkt met die algemene voorwaarden van NPO. Daarnaast worden er volgens de omroep opdrachtovereenkomsten met de individuele freelancers gesloten, die per freelancer en opdracht anders kunnen luiden. In opdrachtovereenkomsten die deze website inzag, staat onder meer dat je eventuele onkosten die je maakt niet mag declareren, met uitzondering van reiskosten.

 

‘Het is logisch dat een freelancer in het bepalen van zijn tarief rekening houdt met de kosten die hij maakt als die vooraf voorzienbaar zijn’, aldus een van de juristen van de KRO-NCRV. ‘Dit soort kosten worden nooit allemaal apart gefactureerd. Afspraken over andere – niet voorzienbare – kosten hangen helemaal af van de afspraken die gemaakt worden met de individuele freelancer.’

 

Ook KRO-NCRV eigent zich, net als vrijwel alle andere publieke omroepen in Nederland, het auteursrecht op werk van freelancers toe. Niet alleen bij het eindproduct, maar ook dat op ruw materiaal. ‘Dat heeft meerdere redenen, bijvoorbeeld omdat in het ruwe materiaal opnamen zitten van onze presentatoren waarvan wij niet willen dat dit materiaal door een andere partij wordt geëxploiteerd.’

 

Daarnaast wil de omroep voorkomen dat een andere partij met de beelden blooper reels kan maken. Een freelancer mag het werk ook niet op een eigen website publiceren. ‘Er werken vaak meerdere mensen mee aan een item, zoals een regisseur, cameraman, journalist en scenarist. Het is dus niet van één persoon.’

 

‘We willen snel kunnen schakelen’
Freelancers die met regelmaat voor KRO-NCRV werken, kunnen volgens de voorwaarden van de NPO niet van de ene op de andere dag de deur gewezen worden. Ze hebben, net als bij andere omroepen, een opzegtermijn. Bij uitgeverijen zijn opzegtermijnen veel minder gebruikelijk.

 

Blink, uitgeverij van lesmethodes en tijdschriften als National Geographic Junior, Bobo, Okki en Wild van Freek, heeft wél zo’n opzegtermijn. Voor freelancers is die één maand, voor de uitgeverij twee. ‘Het gaat dan om freelancers die bijvoorbeeld iedere maand in een blad een vaste rubriek verzorgen’, aldus directeur Jorien Castelein. ‘We proberen er rekening mee te houden dat ze tijd nodig hebben om een andere opdracht te vinden.’

 

Volgens Castelein werkt Blink met twee verschillende modelovereenkomsten. Eentje voor freelancers die eenmalig een klus doen en eentje (een mantelovereenkomst) voor freelancers die voor een langere periode werkzaamheden verrichten. De opzegtermijn geldt alleen bij die laatste.

 

Werk dat je als freelancer levert aan Blink, wordt eigendom van de uitgeverij. In de voorwaarden staat vermeld dat je het auteursrecht op je werk overdraagt. ‘Dat is voor ons heel belangrijk’, aldus Castelein. ‘We ontwikkelen bijvoorbeeld veel digitale lesmethodes. Dan wil je langlopende licenties aan de scholen kunnen verkopen. Je moet bovendien met de geleverde content als uitgever kunnen ondernemen.’

 

Freelancers krijgen bij hergebruik van hun werk door Blink niet nog eens betaald. Er is wel één mits: als de content gebruikt wordt voor een verdienmodel dat er nog niet was op het moment dat de auteur zijn rechten overdroeg, zit er mogelijk een extra vergoeding in het vat. ‘Denk bijvoorbeeld aan een lesmethode voor het buitenland. Of een rubriek in een tijdschrift, of een volledige titel, die we in het buitenland willen verkopen’, legt Castelein uit. ‘We willen dan snel kunnen schakelen, dus we verkopen eerst de content en kijken dan naar de extra vergoeding.’

 

‘Je kunt niet tegelijkertijd voor Ajax en Feyenoord voetballen’
Net als andere uitgevers wil Blink schijnzelfstandigheid voorkomen. Freelancers mogen zelf weten wanneer en hoe ze hun werkzaamheden uitvoeren. Ze werken ook niet bij de uitgeverij op kantoor. Maar heb je een specialisme en wil je tegelijkertijd voor een directe concurrent werken, dan heb je pech.

 

‘Je kunt niet tegelijkertijd voor Ajax en Feyenoord voetballen. Dat is niet geloofwaardig’, aldus Castelein. ‘We werken ook met freelance columnisten en hoofdredacteuren. Die drukken een enorme stempel op het blad. Je kunt niet de ene week op een congres over onze methode praten en een week later over de methode van een concurrent. En als een columnist een rubriek voor ons heeft, wil je niet dat diezelfde columnist een vergelijkbare rubriek in een andere blad schrijft.’

 

Regels zijn regels. Maar niet alles wat in de inkoopvoorwaarden staat is bij Blink in beton gegoten, zegt de directeur. Ze adviseert freelancers om altijd in overleg te gaan als ze een knelpunt zien.

 

Freelancers die een artikel willen gebruiken in hun eigen portfolio (iets wat volgens de inkoopvoorwaarden van Blink niet mag), kunnen de uitgeverij daar gewoon om vragen. ‘We hebben bijvoorbeeld ook freelancers gehad die de door hen ontwikkelde lesmethode op hun eigen school wilden gebruiken. Volgens de regels mocht dat niet, maar het zou raar zijn als we zoiets zouden verbieden. Overleg gewoon.’

 

Update: New Skool Media heet sinds november 2022 Roularta Media Nederland.

 

Voor dit verhaal zijn meerdere uitgeverijen en omroepen benaderd. Niet alle benaderde partijen wilden meewerken. Zo heeft de directie van de FD Mediagroep, verantwoordelijk voor Het Financieele Dagblad ‘op dit moment geen behoefte om een bijdrage te leveren.’ Ook DPG Media, eigenaar van onder andere het Algemeen Dagblad en diverse regionale dagbladen ‘kiest ervoor om op dit moment niet mee te werken aan dit artikel.’

 

Steun Freelancevoorwaarden.nl!

 

Deze site maakt inzichtelijk hoe uitgevers en omroepen met het werk en de rechten van freelancers omgaan.

 

Heb je iets gehad aan deze publicatie? Ondersteun Freelancevoorwaarden.nl dan met een donatie! Dat kan al vanaf 5 euro.

 

Met je donatie help je freelancers baas blijven over hun eigen werk. Dat is goed voor de hele journalistiek!

Mijn gekozen donatie € -