Waarom eisen omroepen je auteursrecht op?

 

Waar de meeste journalistieke uitgeverijen alleen een licentie op werk van freelancers vragen, willen omroepen doorgaans dat freelancers al hun intellectuele eigendomsrechten aan hen overdragen. Alfredo dos Santos Gil, jurist bij de NPO, legt uit waarom dat bij de publieke omroepen zo is.

 

Tekst: Nick Kivits

 

Of je nu werkt als journalist, fotograaf, (eind)redacteur, illustrator, programmamaker, websitebouwer, regisseur, logo-ontwerper, componist of scriptschrijver, alles wat je levert aan een omroep wordt in de regel eigendom van diezelfde omroep. Zowel de commerciële als de publieke omroepen in Nederland eisen namelijk in hun algemene voorwaarden van je dat je de intellectuele eigendomsrechten op je werk overdraagt.

 

In de praktijk betekent dat, dat de omroep waar je voor werkt de enige is die nog iets met je werk mag doen. De werkwijze van de omroepen verschilt daarin van die van de journalistieke uitgeverijen: zij vragen een licentie op je werk. Die geeft de uitgeverij het recht je werk uit te geven, maar zorgt ervoor dat jij eigenaar blijft van je werk.

 

In veel gevallen betekent dat, dat je je werk nog elders mag publiceren of aan andere partijen mag verkopen. Meestal na een bepaalde periode waarin de uitgeverij het exclusieve recht heeft je werk te publiceren. Die periode noem je de exclusiviteitstermijn. Maar werk dat je voor een omroep maakt, of het nu RTL Nederland, de NOS of een regionale omroep is, wordt eigendom van de omroep.

 

Risico voor de toekomst
‘Dat omroepen rechten willen op het werk van hun freelancers is best logisch’, stelt Alfredo dos Santos Gil. Hij is jurist bij de NPO, het overkoepelende orgaan van de publieke omroepen in Nederland. Als een omroep geen rechten op het werk van een freelancer krijgt, kan hij het werk van die freelancer niet uitzenden. Althans, niet zonder hem of haar keer op keer om toestemming te vragen. ‘Dat is niet goed werkbaar. En ook niet zakelijk.’

 

Door van freelancers te vragen dat zij de intellectuele eigendomsrechten op hun werk aan de omroep overdragen, krijgen omroepen het recht alles te doen met het werk wat ze willen. De publieke omroepen mogen het werk uitzenden of publiceren op radio, televisie, internet en via on-demanddiensten. Het werk mag ook getoond worden op festivals, bij onderwijsinstellingen, in musea en in door de omroep afgehuurde zalen. Daarnaast mag de omroep ook delen van het werk hergebruiken en kan werk opnieuw verpakt worden, bijvoorbeeld in een nieuwe vertelvorm.

 

‘Omroepen moeten kunnen inspelen op alle mogelijke bestaande en nieuwe verspreidingswijzen om relevant te blijven’, aldus Dos Santos Gil. Als ze dat niet kunnen doen is dat volgens de jurist een groot risico voor de toekomst. In theorie zou één enkele maker ervoor kunnen zorgen dat een complete productie niet meer gebruikt kan worden.

 

De meeste zekerheid
Maar waarom dan een volledige overdracht van de rechten en niet werken met een licentie, zoals veel uitgeverijen dat ook doen? In het geval van de publieke omroepen heeft dat volgens Dos Santos Gil te maken met het feit dat omroepen als de EO, de NTR, Omroep Brabant en Rijnmond (en alle andere publieke omroepen) gefinancierd worden met publiek geld. Aan die financiering zijn wetten en afspraken gekoppeld, waar de omroepen zich aan moeten houden.

 

‘In de Mediawet staan bijvoorbeeld strikte regels die moeten voorkomen dat andere partijen onevenredig profiteren van de middelen van de publieke omroep. Dat noem je het dienstbaarheidsverbod‘, aldus Dos Santos Gil. Volgens dat verbod mogen publieke omroepen zich niet voor het karretje van derden laten spannen en moeten ze grip houden op de manier waarop derden kunnen meeliften op hun activiteiten.

 

‘Een maker die rechten op zijn werk behoudt, kan in theorie in onderhandeling gaan met een andere mediapartij zoals Talpa of RTL Nederland’, vervolgt Dos Santos Gil. ‘Hij zou werk dat speciaal voor de publieke omroep is gemaakt en dat door de omroep is betaald aan hen kunnen verkopen.’ Als dat gebeurt lift de commerciële omroep mee op werk waar de publieke omroep voor heeft betaald. Dos Santos gil: ‘Dat is strikt ingeperkt door regels van het Commissariaat voor de Media.’

 

De NPO-jurist verwijst expliciet naar één van die regels, de nevenactiviteitentoets. Die stelt dat omroepen hun programma’s en materiaal niet zomaar buiten de publieke omroep mogen aanbieden. Om diezelfde reden zijn publieke omroepen ook huiverig om meer in te zetten op platforms als YouTube. ‘Als materiaal toch buiten de omroep wordt aangeboden, kan dat schadelijk zijn voor de publieke omroep of een verstoring van de markt kan opleveren. De NPO heeft ook een eigen toets voor nevenactiviteiten. Die moet het schadelijk weglekken van rechten voorkomen.’


Dos Santos Gil vervolgt: ‘Je kan een juridische boom opzetten of een licentie met aanvullende afspraken voldoende is, of dat een overdracht van intellectuele eigendomsrechten nodig is. Maar een overdracht geeft nu eenmaal de meeste zekerheid. Je kan eindeloos discussiëren over wat wenselijke afspraken zijn en dat gebeurt in de praktijk ook.’

 

Onderhandelen is (in principe) mogelijk
Het is volgens Dos Santos Gil helemaal niet ongebruikelijk dat een exploitant rechten wil ‘hebben’ op werk dat hij een freelancer laat maken. ‘Als opdrachtgever ben je de belangrijkste exploitant van een werk. In de Auteurswet is wettelijk geregeld dat makers in principe (je kunt dus onderling afspreken daarvan af te wijken, red.) alle exploitatierechten op hun werk voor een bijdrage aan een televisieprogramma overdragen aan de producent.’

 

Publieke, maar ook de commerciële omroepen, regelen de overdracht van rechten van freelancers in hun inkoopvoorwaarden. Lever je werk aan een publieke omroep, dan ga je in de meeste gevallen ook akkoord met de NPO-voorwaarden. Ook daarin staat dat je de intellectuele eigendomsrechten op je werk overdraagt aan de omroep.

 

Dos Santos Gil benadrukt dat de NPO zijn algemene voorwaarden niet oplegt aan de publieke omroepen. ‘Of omroepen onze of andere voorwaarden gebruiken, blijft hun eigen keuze.’ In vrijwel alle voorwaarden van publieke omroepen, stellen zij dan ook dat hun eigen voorwaarden voorrang hebben op de algemene voorwaarden van de NPO.

 

Hoewel omroepen in hun inkoopvoorwaarden vrijwel allemaal de intellectuele eigendomsrechten op werk van freelancers naar zich toetrekken, stelt Dos Santos Gil dat algemene voorwaarden niet altijd alles zeggen. ‘Contracten en voorwaarden kunnen per geval verschillen.’ Onderhandelen met een omroep is in principe altijd mogelijk. Maar of je krijgt wat je wil, is natuurlijk weer een heel ander verhaal.

 

Steun Freelancevoorwaarden.nl!

 

Deze site maakt inzichtelijk hoe uitgevers en omroepen met het werk en de rechten van freelancers omgaan.

 

Heb je iets gehad aan deze publicatie? Ondersteun Freelancevoorwaarden.nl dan met een donatie! Dat kan al vanaf 5 euro.

 

Met je donatie help je freelancers baas blijven over hun eigen werk. Dat is goed voor de hele journalistiek!

Mijn gekozen donatie € -